Wat doet diabetestechnologie met mijn zelfmanagement? 

Wat is zelfmanagement bij diabetes? 

Je doet de behandeling van diabetes vooral zelf. Je moet veel doen om je bloedsuiker in evenwicht te houden. Het betekent ook nadenken over hoe je gezond blijft met diabetes, en hoe je je goed voelt. Dit alles bij elkaar noemen we zelfmanagement. Bijvoorbeeld:  

• glucosewaarden meten  
• jezelf insuline geven of medicijnen nemen  
• letten op beweging, voeding, slaap en stress  

Diabetestechnologie kan dit zelfmanagement makkelijker maken. Maar de techniek neemt niet alle taken over. Je moet nog steeds veel zelf doen om je bloedsuiker te regelen. 

Kost het minder tijd en moeite met technologie?  

Je bent met diabetestechnologie vaak net zo veel bezig met je diabetes als zonder sensor en/of pomp. Dus als je zelf glucose meet en insuline spuit. Toch vinden veel mensen diabetestechnologie een verbetering. Ze doen nog steeds veel voor hun diabetes, maar hun bloedsuiker is beter in evenwicht. Hierdoor ervaren ze meer beloning voor hun tijd en moeite.  

Wat moet ik zelf nog doen?  

Diabetestechnologie kan jou helpen bij het regelen van je bloedsuiker. Wat doet de technologie, en wat moet je zelf doen? Hieronder zie je hoe het werkt het bij een glucosesensor, insulinepomp en hybrid closed loop:  

Glucosesensoren   

Een glucosesensor doet zelf niets met je bloedsuiker. Hij meet alleen de glucosewaarden. Maar veel gebruikers vinden dat de sensor wel helpt bij hun zelfmanagement:  

• Een sensor waarschuwt bij een hoge of lage bloedsuiker. Je kunt dan zelf ingrijpen.  
• De sensor meet regelmatig je glucosewaarden en onthoudt ze. Je kunt de waarden dus ook later nog bekijken. Je weet hierdoor meer over hoe je lichaam reageert.  
• Je weet steeds beter hoe jouw bloedsuiker het beste in evenwicht blijft.  

Sommige continue glucosesensoren kunnen samenwerken met een insulinepomp. Ze helpen dan wel actief mee om je bloedsuiker te regelen. Dit gebeurt in een hybrid closed loop-systeem.  

Insulinepomp  

Een insulinepomp is een apparaatje dat insuline geeft aan je lichaam. De pomp weet niet vanzelf hoeveel insuline hij moet geven. Jij zegt dus tegen de pomp wat hij moet doen. Dit kan op verschillende manieren:  

• Je bedient de insulinepomp zelf. Dit betekent dat je invoert hoeveel koolhydraten je binnenkrijgt. Je kunt ook vooraf instellen wanneer je meer of minder basale insuline nodig hebt. Basale insuline is het beetje insuline dat de pomp automatisch steeds geeft, de hele dag door.   
• Een computerprogramma bedient je insulinepomp. Dit gebeurt als de insulinepomp onderdeel is van een hybrid closed loop-systeem. Je moet wel regelmatig zelf informatie invoeren. Maar dat is minder vaak dan als je hem zelf bedient.  

Hybrid closed loop-systeem  

Een hybrid closed loop regelt je bloedsuiker voor een deel automatisch. Je hoeft dus minder na te denken over je insuline. Het systeem doet veel zelf, maar niet alles. De kenmerken zijn:  

• Een speciaal computerprogramma bedient de insulinepomp.   
• Je moet vaak nog wel informatie geven aan het systeem zodat het goed werkt. Bijvoorbeeld over hoeveel koolhydraten je eet, en hoeveel je beweegt.   
• Het systeem vraagt soms zelf om informatie of toestemming om een beslissing te nemen.