Diabetes dichtbij

Ouders zijn van een kind met diabetes

Een kind opvoeden is voor veel mensen inspannend. Als je kind een chronische ziekte heeft, komen daar nog veel vragen, uitdagingen en spannende momenten bij. Wat kan je helpen? 

In het kort 

  • Opvoeden kan moeilijk en inspannend zijn. Als je kind een blijvende ziekte zoals diabetes krijgt, komen daar extra zorgen bij. 
  • Je kind zal ondanks de diabetes steeds meer zelfstandigheid willen en moeten krijgen. Het is soms moeilijk om te bepalen hoe je daar als ouder mee omgaat. 
  • Je moet kiezen hoe je je kind wilt begeleiden, wanneer je je kind meer zelf wilt laten doen en wat voor hulpmiddelen je voor je kind wilt. 
  • Er is hulp en ondersteuning mogelijk. Het diabetesteam kan daar meer over vertellen. 
  • Contact met andere ouders kan ook helpen bij vragen of zorgen die je hebt.  
  • Kijk ook eens bij organisaties zoals de diabetes oppascentrale of organisaties die kinderkampen of familiedagen organiseren. 

En dan heeft je kind een blijvende ziekte... 

Elke ouder is anders, maar ook elk kind is anders. Sommige ouders zien hun kind in elke sloot vallen. Andere ouders zien hun kind met vertrouwen de wereld ingaan. Maar als je kind een blijvende ziekte krijgt, verandert dat altijd iets. Je moet je aanpassen aan een ander toekomstbeeld. Je moet je kind helpen en zorgen dat het gezond blijft. Tegelijkertijd moet je je kind ook zelfstandig laten worden. Zeker als ze puberen kan het heel lastig zijn om de gezondheid aan je kind zelf over te laten. Waar doe je goed aan? 

Loslaten is een belangrijk deel van de opvoeding 

Veel ouders vinden het moeilijk om te bepalen wanneer ze moeten ingrijpen of wanneer ze het kind zelf keuzes moeten laten maken. Dat geldt eigenlijk voor alle leeftijden. De ene ouder springt verschrikt op als een kind bijna valt. De ander staat achter het kind en vangt op als dat echt nodig is. De ene ouder controleert al het huiswerk, de andere ouder vertrouwt erop dat alles is gemaakt. Maar uiteindelijk moeten alle ouders hun kind steeds een beetje meer loslaten zodat het zelfstandig wordt. 

Is je kind snel bang of vol zelfvertrouwen? 

Er zijn veel onderzoeken gedaan naar de beste manier van opvoeden. Een onderzoek uit 2019 van de Universiteit van Amsterdam vergeleek een ‘stoere’ en uitdagende opvoeding met een beschermende opvoeding. Daaruit bleek dat kinderen die met de ouders stoeiden, op een klimrek mochten en door de lucht gezwaaid werden later veel minder angstig zijn. Bij een beschermende opvoeding hadden kinderen meer angst en angstproblemen. Maar wat is dan beschermend of té beschermend? Die grens is best moeilijk. 

Een veilige omgeving 

Belangrijk is dat je je kind het beste zelfstandig maakt in een veilige omgeving. Je leert je kind bijvoorbeeld niet fietsen op een drukke weg. Zo is het ook met de zorg bij een ziekte. Het is op elke leeftijd belangrijk dat je kind op jou terug kan vallen. Bij diabetes is zelfzorg belangrijk. Dat wil zeggen dat het grootste deel van de zorg ligt bij de persoon met de ziekte. Jouw kind zal het hele leven voor zichzelf moeten zorgen. Hoe zelfstandiger jouw kind wordt en vol zelfvertrouwen met de ziekte om kan gaan, hoe sterker die zelfzorg wordt ontwikkeld. Jouw steun is daarin heel belangrijk. 

Wat vraagt dit van jou als ouder? 

Het is een natuurlijke gedachte dat je je kind voor alles wilt behoeden. Jammer genoeg kan dat niet altijd. Zeker niet als je kind een blijvende ziekte heeft. Je kind moet op jou vertrouwen, maar jij moet ook leren vertrouwen op je kind. Dat doe je door je kind te helpen met verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen. Dat kun je bijvoorbeeld doen door je kind te laten helpen met taken die bij diabetes horen. > Lees Wat kan je kind met diabetes zelf

Je kind in de pubertijd 

Als je voor je kind in de basisschoolleeftijd altijd alles doet en regelt, wordt de overgang naar de middelbare school heel moeilijk. De afstand naar je kind wordt dan namelijk echt groter. Je hebt minder contact met school en weet overdag ook niet altijd waar je kind is. Je moet er dan ineens op vertrouwen dat het goed met je kind gaat. En ook je kind wordt ineens enorm losgelaten en is daar misschien nog niet klaar voor. Naast alle uitdagingen die een puber heeft komt dit er dan ook nog bij.  

Wanneer begin ik dan met loslaten? 

Het is heel moeilijk te zeggen op welke leeftijd je moet beginnen met loslaten.  Dit hangt namelijk heel erg af van je kind. Ouders die hun kind al vanaf jong mee laten helpen en denken, merken dat hun kind veel sneller zelfstandig wordt. Kinderen kunnen al jong lezen en leren over diabetes. Je kunt ze ook mee laten praten bij de behandelaar. En je kunt ze steeds meer handelingen zelf laten doen. Bijvoorbeeld het aanbrengen van de glucosesensor. Leg ze ook uit waarom ze iets moeten doen of juist niet moeten doen. Alleen zeggen ‘Dat mag je niet’ of ‘Dit kun je beter niet eten' zonder uitleg is voor geen enkel kind een leermoment. Er zijn veel leuke en interessante boeken voor kinderen over diabetes. 

Is er hulp of ondersteuning? 

De behandelaar houdt bij kinderen extra goed in de gaten of het kind geen psychologische of sociale problemen krijgt door de diabetes. In het kinderdiabetesteam zit altijd een psycholoog. Maar ook voor ouders is er hulp of begeleiding mogelijk. De psycholoog kan ook ondersteuning bieden aan de ouders. Het kan ook fijn zijn om af en toe de zorg even aan iemand anders over te dragen. Bijvoorbeeld door je kind mee te laten gaan met een kinderkamp via de Bas van de Goor Foundation of Diabetesvereniging Nederland. Daar hebben alle kinderen diabetes en is je kind een keertje niet de enige. Ook is er voor ouders een oppascentrale speciaal voor kinderen met diabetes. 

Samen met andere ouders 

Er is niemand die je uitdagingen beter begrijpt als iemand die hetzelfde meemaakt. Er zijn daarom allerlei mogelijkheden om met andere ouders te praten over je kind met diabetes. In het Trefpunt op diabetes.nl is een gespreksgroep voor ouders. En er worden ook activiteiten georganiseerd zoals de Familiedagen bij Diabetesvereniging Nederland en de Bas van de Goor Foundation. Sommige kinderdiabetesteams organiseren voorlichtingsbijeenkomsten.  

Wat gebeurt er als je kind 16 wordt? 

Als je kind 16 wordt krijgt het veel meer invloed op de eigen behandeling. Bereid ze hier goed op voor. Ze kunnen als ze willen overgaan van de kinderarts naar de gewone arts. Ze mogen hun eigen medische dossier inzien. Vaak krijgen kinderen rond die leeftijd een poos echt een hekel aan hun diabetes. Ze zorgen dan misschien slechter voor hun diabetes. Als ze meer weten over de gevolgen, zullen ze misschien ook beter snappen hoe belangrijk de zelfzorg is. 

Wat gebeurt er als je kind 18 wordt? 

Ook dit is een leeftijd waarop jongeren soms slechter voor zichzelf zorgen. Houd in het achterhoofd dat veel kinderen slechter voor zichzelf zorgen in de puberteit, ook als ze geen diabetes hebben. Maar voor je kind met diabetes zijn de gevolgen groter. Natuurlijk is het belangrijk dat je kind veilig is. Dus zorg dat ze snappen hoe belangrijk zelfzorg is.  

Geen automatische vergoeding van de glucosesensor vanaf 18 jaar

Als een kind van 18 jaar nog geen glucosesensor en/of een hybrid closed loop gebruikt, dan komen ze vanaf die leeftijd niet meer automatisch voor vergoeding in aanmerking. Stappen ze voor hun 18e levensjaar wel over dan blijven ze voor die vergoeding in aanmerking komen. Het is dus heel belangrijk om deze keuze voor het 18e levensjaar samen met je kind te maken. 

Artikel met medewerking van:

  • ervaringsdeskundigen

Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op diabetes.nl. Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.

Laatst bijgewerkt op: 18 december 2023

Lees meer over Voor ouders

Volgend artikel