Behandeling

De alvleeskliertransplantatie

Bij een alvleeskliertransplantatie krijgt iemand met diabetes type 1 een nieuwe alvleesklier. Het orgaan komt van een overleden donor. Deze operatie gebeurt weinig. Hoe komt dat? 

In het kort:

  • Bij een alvleeskliertransplantatie krijg je een nieuwe alvleesklier. Het donororgaan komt van iemand die overleden is. 
  • Een alvleeskliertransplantatie is een zware operatie. Tijdens en na de operatie zijn er veel risico's.  
  • Een alvleeskliertransplantatie gebeurt niet vaak. In Nederland is dit minder dan 30 keer per jaar. 

Een transplantatie van de alvleesklier 

Bij diabetes type 1 maakt je lichaam geen insuline meer. Dit komt doordat de cellen in de alvleesklier kapotgaan. Soms krijgt iemand met diabetes type 1 een nieuwe alvleesklier. Meestal is dit als iemand ook een probleem met de nieren heeft. Een alvleesklier komt altijd van een overleden persoon. Familieleden kunnen dus tijdens hun leven geen alvleesklier doneren aan iemand met diabetes type 1. 

Nieuwe alvleesklier tegelijk met nieuwe nier

Krijg je een nieuwe nier? Je kan dan ook een nieuwe alvleesklier erbij krijgen. Je krijgt dan 2 donororganen van iemand die overleden is. Het kan wel zijn dat je de nier van 1 orgaandonor krijgt en de alvleesklier van een andere orgaandonor. Dan zijn 2 operaties nodig. 

Na een alvleeskliertransplantatie 

Krijg je een nieuwe alvleesklier en gaat de operatie goed? Dan zijn je bloedglucosewaarden daarna vaak weer in evenwicht. Je hoeft jezelf geen insuline meer te geven met de pen of pomp. Met een nieuwe alvleesklier maakt je lichaam zelf weer insuline. Na een alvleeskliertransplantatie heb je ook minder kans op andere aandoeningen door diabetes type 1. En aandoeningen die je al hebt, worden vaak niet erger met een nieuwe alvleesklier. 

Hoelang werkt een nieuwe alvleesklier? 

Een nieuwe alvleesklier werkt vaak niet voor altijd. De getransplanteerde alvleesklier gaat steeds iets minder goed werken. Bij de ene persoon gaat dit veel sneller dan bij de andere.  Na 5 jaar hebben 6 tot 9 van de 10 mensen nog steeds geen insuline meer nodig. Worden de glucosewaarden toch langzaam wat hoger? Dan is vaak weer wat insuline nodig. Of je krijgt andere medicijnen die de bloedglucose verlagen.

Risico's van een alvleeskliertransplantatie 

Een alvleeskliertransplantatie is een zware buikoperatie. Net na de operatie komen er soms problemen. Bijvoorbeeld door infecties. Ook kan het bloed in de alvleesklier stollen. Dan wordt het bloed dikker. Je lichaam kan de nieuwe alvleesklier afstoten. Dit heeft te maken met je afweersysteem. Je moet daarom medicijnen nemen die zorgen dat je afweer minder sterk reageert. Je gebruikt deze medicijnen de rest van je leven. En je hebt hierdoor ook meer kans op infecties.

Wie krijgt een alvleeskliertransplantatie? 

Ieder jaar krijgen in Nederland ongeveer 30 mensen een nieuwe alvleesklier. Dit is heel weinig. Het zijn mensen die een grote kans hebben om te overlijden door diabetes en andere aandoeningen. Meestal zijn dit mensen met diabetes type 1 en ernstige nierproblemen. Soms gebeurt een alvleeskliertransplantatie ook bij iemand als de bloedglucose erg moeilijk te regelen is.

Artikel met medewerking van:

  • dr. Peter van Dijk - internist-endocrinoloog, UMC Groningen
  • prof. dr. Eelco de Koning - internist-diabetoloog, hoogleraar diabetologie Leids Universitair Medisch Centrum

Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op diabetes.nl. Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.

Laatst bijgewerkt op: 27 maart 2023

Lees meer over Behandeling van diabetes type 1

Volgend artikel