Andere typen diabetes

Hoe herken je PTDM en hoe gaat de diagnose?

Het is goed als diabetes snel wordt ontdekt. Dit is belangrijk voor je gezondheid en extra belangrijk als je een transplantatie hebt gehad. Sommige klachten merk je zelf. Je dokter kijkt dan of je misschien diabetes hebt. Diabetes kan ook worden ontdekt met bloedonderzoek bij een algemene controle van je gezondheid. 

In het kort: 

  • De symptomen van PTDM zijn soms vaag. Je merkt het niet altijd. 
  • Klachten die vaak voorkomen zijn veel plassen en veel drinken. 
  • Een diagnose van PTDM gebeurt pas na minstens 3 maanden na de transplantatie. 
  • Je kunt ook nog jaren na de transplantatie diabetes krijgen. 

Symptomen van diabetes 

Je merkt soms geen klachten als je diabetes krijgt. De symptomen kunnen dus vaag zijn en niet iedereen heeft alle klachten. Heb je verschillende klachten uit deze lijst? Vertel dit dan aan je dokter. Deze symptomen van diabetes komen voor: 

  • je plast vaak en drinkt veel 
  • je hebt een droge mond en je hebt veel dorst 
  • je hebt veel honger 
  • je bent erg vaak moe 
  • je ziet slecht of wazig, dus je ziet niet scherp 
  • wondjes genezen slecht 
  • je hebt sneller ontstekingen 
  • je valt snel veel kilo’s af 
  • je hebt vaak jeuk 
  • je hebt tintelingen in je handen of voeten, of een doof gevoel 

Diagnose van diabetes na transplantatie 

Bijna iedereen die een orgaantransplantatie heeft gehad, heeft in de eerste tijd een hogere bloedglucose dan normaal. Het lichaam reageert op de medicijnen die je krijgt tegen afstoting van het orgaan. De bloedglucose wordt na een tijdje vaak weer normaal. Is de bloedglucose na 3 maanden nog te hoog? Of komt dit terug na een paar maanden of jaren? Je krijgt dan de diagnose PTDM.  

Hoe gaat een test op diabetes na transplantatie? 

Een test op PTDM gebeurt soms anders dan voor andere soorten diabetes. Dit komt omdat je op sommige momenten van de dag nog normale bloedglucosewaarden kunt hebben maar op andere momenten niet. Je krijgt daarom meestal 2 verschillende soorten bloedonderzoek: 

  • Bloedglucose meten. Een zorgverlener meet je bloedglucose overdag. Vaak een paar uur nadat je hebt gegeten en medicijnen hebt genomen. Zoals prednisolon (prednison). Dit gebeurt met een kort prikje in je vinger en een glucosemeter. Je bloedglucose wordt regelmatig gemeten als je in het ziekenhuis ligt. Daarna als je hier terugkomt voor algemene controles. 
  • HbA1c meten. Dit gebeurt meestal als onderdeel van een grotere bloedcontrole. Het HbA1c zegt iets over hoe hoog je bloedglucosewaarde was in de laatste 2 tot 3 maanden. Het is een gemiddeld cijfer. HbA1c is iets anders dan de bloedglucose die je meet met een glucosemeter. 

Ander type diabetes als officiële diagnose 

Zit er veel tijd tussen de transplantatie en de diagnose? Je krijgt dan vaak de diagnose diabetes type 2. Veel artsen en verpleegkundigen noemen het in de spreekkamer dan wel PTDM. Het is dan duidelijker dat het te maken heeft met de medicijnen na een transplantatie. Dit is belangrijk voor de behandeling van de diabetes. Een ander verschil is dat PTDM tijdelijk kan zijn. 

Artikel met medewerking van:

  • Winnie van EL - verpleegkundig specialist diabetes, UMCG

Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op diabetes.nl. Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.

Laatst bijgewerkt op: 20 december 2023

Lees meer over Over PTDM, diabetes na transplantatie

Volgend artikel